Eerst kies je een geschikt penseel voor de klus die je wil klaren. Een dunne lijn is natuurlijk een relatief begrip, want op een heel groot doek is een lijn van een cm dik misschien al dun, maar op een postzegelformaat is een lijn van een micromillimeter pas dun. Als je op een groot dik een dunne lijn wil schilderen, heb je dus relatief een minder klein penseel nodig dan op een kleiner formaat.
Als je groot werkt kun je met platte penselen mooie dunne lijnen trekken, door ze haaks op je doek of papier te houden. Voor wat kleinere formaten zijn ronde penselen vaak handiger. Aangezien die vaak in een punt lopen kun je daar hele mooie dunne lijnen mee maken.
Conditie van je kwast
Om dunne lijnen te kunnen trekken moet je kwast in goede conditie zijn. Als de haren uit elkaar staan, wordt het lastig (of zelfs onmogelijk) om dunne lijnen te trekken.
Vol laden en in model brengen
Voor een evenwichtige, vloeiende afgifte van verf is het belangrijk om je kwast op de juiste manier vol te laden.
Draai de verf goed door de haren, zodat de verf door alle haren zit. Zorg er ook voor dat je de haren in model werkt. Een rond penseel kun je soms met een draaibeweging weer mooi in een punt werken. Een plat penseel kun je mooi in model krijgen door de zijkanten even tegen je palet te pletten.
Te vol is natuurlijk ook weer niet de bedoeling, dan komt de verf ongecontroleerd van je kwast af bij het schilderen.
Verdunnen
Voor het trekken van dunne lijnen moet je je verf vaak wat verdunnen met water. Ook weer niet teveel water, want dan dekt je verf niet goed, of het druipt van je doek af. Hier moet je een balans in zien te vinden.
De haren volgen de beweging van je hand
Het heet niet voor niets lijnen trekken. Zorg ervoor de haren de beweging van je hand volgen. Dus niet een lijn duwen, dan krijg je allerlei rare effecten en bovendien mol je je kwast.
Zodra je ziet dat de verf niet meer regelmatig wordt afgegeven, is het tijd om je kwast opnieuw vol te laden en in model te brengen. Dat is misschien vaker dan je denkt. Let tijdens het trekken van de lijn continu op wat de haren doen. Zodra ze niet meer in model staan, moet je even stoppen en ze opnieuw in model brengen.
Ga dan terug naar je lijn en begin een stukje terug, zodat je alvast een aanloopje hebt. Kijk altijd net iets voor je penseel, naar waar je naartoe wil, dan volgt je hand je oogbeweging.
Druk bepaalt dikte van lijn
Voor alle kwasten geldt: meer druk geeft dikkere lijnen. Als je extreem dunne lijnen wil, dan kun je dus het best je penseel zo weinig mogelijk contact laten maken met je papier of doek. Je kunt tijdens het trekken van de lijnen je hand of je pink als steun gebruiken, dan moet natuurlijk wel de laag eronder al droog zijn, anders veeg je de boel uit.
Snelheid
Het trekken van lijnen gaat met een bepaalde snelheid die niet té snel is (want dan schraap je de verf onregelmatig van de haren af, maar ook niet te langzaam want dan wordt je wiebelig. Ook hierin moet je zelf een balans zien te vinden.
Lengte van de haren
Hoe langer de haren van de kwast, hoe langer hij verf zal blijven afgeven, dat is denk ik wel logisch. Je kunt met een rond penseel als dit kleine details neerzetten, dunne lijnen, maar hij geeft niet veel verf af, dus je moet al gauw weer opnieuw laden. Dit is dus voor echt klein werk goed geschikt. Voor net iets groter werk is het dus handiger om iets langere haren te hebben, dan kun je langer door.
Er is nog een speciaal soort penselen, die speciaal geschikt zijn voor lange dunne lijnen. Dat zijn de zogeheten slepers. Die hebben hele lange haren en je kunt er op een heel vloeiende manier rechte lijnen en bochten mee maken.
Als je zo’n sleper vult met verf, moet ie goed vol zitten en ook hier weer: de verf moet niet te dik maar ook weer niet te dun zijn. Je sleept de haren gewoon mee in de richting die je op wil. Daarmee krijg je heel veel kado, want die lange haren trekken de lijn elke keer consequent door en ze gaan niet snel uit model.
Meters maken
Er komen dus nogal veel dingen tegelijk bij kijken. Maar net als met andere complexere dingen in het leven (zoals bijvoorbeeld leren fietsen), gaat het erom dat je het gewoon regelmatig oefent. Je automatiseert handelingen door ze vaak te doen.
Je kunt ervoor kiezen om eens een tijdje elke dag een kwartier tot een half uur te besteden aan het trekken van dunne lijnen. Je pakt gewoon wat goedkoop papier en doet wat verf op je palet en je gaat oefenen. Je mag het dan allemaal verprutsen, want het wordt toch niet voor in het museum.
Een mooi moment om te oefenen is ook vaak als je net geschilderd hebt en je nog wat restverf op je palet hebt liggen. Dat kun je mooi gebruiken om op kladpapieren te oefenen.
Test dan dingen uit zoals: met wat dikkere verf, met wat dunnere verf, en ook de snelheid waarmee je het doet. Het is aftasten naar de juiste snelheid, niet te snel niet te langzaam.
Zet om het jezelf makkelijk te maken gewoon ook wat lijnen neer met potlood en probeer die zo goed mogelijk te volgen met je penseel. Ook kun je natuurlijk gewoon oude schetsen die je nog hebt rondslingeren overtrekken met verf, dat is leerzaam en leuk om te doen.
Ontspannen
Bij dit soort precies werk zijn mensen soms geneigd de kwast veel te gespannen vast te houden. Probeer je hand in de gaten te houden en blijf ontspannen werken. Juist die ontspannen hand zal ervoor zorgen dat je mooie vloeiende lijnen zult trekken. Wees niet te streng, in het begin is het erg moeilijk, maar met dagelijkse herhaling zul je zien dat je snel vorderingen maakt. Probeer de lol in te zien van het oefenen an sich.
oud ook je ademhaling in de gaten. Soms stoppen mensen met ademen als ze dit soort lastige dingen doen, maar dat is natuurlijk op de lange duur niet prettig. Dus probeer rustig door te ademen en probeer je hand niet te krampachtig te houden.
Succes met oefenen!
Reactie plaatsen
Reacties