Als je een schilderij gaat maken, doorloop je vaak een aantal stadia. Meestal kom je ook in een stadium waarin het schilderij totaal niet lijkt te gaan lukken. Veel mensen gooien dan jammer genoeg de handdoek in de ring, terwijl er met wat aanpassingen juist nu iets heel moois kan gaan ontstaan.
Schetsfase: superleuk
Misschien herken je het wel: je begint geïnspireerd en je gaat je schets opzetten. Dat is allemaal leuk, alle mogelijkheden liggen nog open.
De frustrerende fase
Dan is het tijd om met kleur aan de slag te gaan. Er komt dan vaak een moment dat alles zo’n beetje een eerste kleurenlaag heeft. En nu komt het: meestal ziet dat er niet echt fantastisch uit.
Dat is een frustrerend moment. Het schilderij lijkt totaal niet te gaan voldoen aan je verwachtingen. Toch moet je nu juist niet opgeven, want het is heel logisch dat het er nog niet uitziet!
Daar zijn een aantal redenen voor. Zo zal de eerste kleurenlaag niet altijd overal even goed dekken. Daardoor werkt alles nog niet zoals het zou moeten werken. Dit los je op door juist door te gaan; een nieuwe laag erover doet wonderen.
In het schilderij op de foto hierboven werken bepaalde dingen nog niet. In dit geval komt het vooral door de volgende twee dingen:
1: Doordat gebrande omber niet overal even goed dekt werken de kleuren nog niet op de juiste manier samen. Het heeft gewoon nog een extra laag nodig.
2: Ik werkte op een wit doek en heb de ‘achtergrond’ nog niet aangepakt met kleur. Daardoor krijg je ook dat dingen niet lekker samenwerken. Het is altijd verstandig om alles eerst in ieder geval van één kleurenlaag te voorzien.
Ook zul je ongetwijfeld wat ‘fouten’ gemaakt hebben. Misschien zijn sommige contrasten te sterk of juist te zwak, misschien zijn sommige kleuren net iets te verzadigd, of juist niet verzadigd genoeg. Ook dat is geen probleem: je kunt ze op je gemak aanpassen met nieuwe lagen!
In een eerste laag kun je meestal ook nog niet zo gedetailleerd werken als je zou willen. Detail ontstaat gaandeweg. Met elke nieuwe laag kun je wat meer precisie of meer variatie in kleur aanbrengen. Er ontstaan vanzelf meer nuances.
Daarnaast is het ook zo dat in dit stadium je schilderij totaal niet lijkt op wat je in gedachten had.
Nu juist doorgaan!
Het is dus de kunst om op door te gaan op het moment dat je denkt dat het niks meer wordt. Het is heel raar, maar het werkt echt.
In de foto hierboven zit er nu een tweede kleurenlaag overheen, en dat doet al wonderen. Ook heb ik snel de achtergrondkleur eromheen gezet. Dat zorgt ook voor een logischer ogend geheel. Nu is het eigenlijk nog maar een kwestie van her en der wat fouten oplossen en wat detail aanbrengen.
Zelf vind ik het ook vaak nog moeilijk te geloven dat het nog goed kan komen als ik net begonnen ben aan een schilderij.
Ik heb daar vooral weer last van als ik een onderwerp schilder dat ik nog niet vaak heb gedaan. Zo heb ik onlangs wat geoefend met het schilderen van golven. Dat had ik nog nooit gedaan. Het schetsen was geen probleem, dat is altijd leuk om te doen. Hieronder twee schilderijen in de schetsfase.
De eerste kleurenlaag zat erop en ik wilde al bijna opgeven. Ik kon niet geloven dat dit nog goed zou kunnen komen. Dat stadium zie je hieronder op de foto’s.
Maar ik herkende dit gevoel, ik had dat vroeger ook als ik auto’s schilderde. Ik heb daarbij geleerd om juist door te gaan. Dat heb ik dus ook gedaan bij de schilderijen van de golven.
Met elke laag begon ik er weer meer plezier in te krijgen en begon ik te zien dat het nog weleens goed kon komen. Steeds iets meer variatie in kleur, steeds de contrasten even nalopen en waar nodig aanpassen, steeds iets specifieker werken.
Kortom: het is heel normaal dat je schilderij er in het begin soms ‘hopeloos’ uitziet. Meestal hoeft er eigenlijk nog relatief weinig aan te gebeuren om het ineens te laten werken!
Veel plezier met schilderen!
Reactie plaatsen
Reacties