Als je een grote ruimte kunt overzien, dan zien kleuren in de verte er anders uit dan dichtbij. Er zit atmosfeer tussen jou als kijker en de dingen die je ziet. Door lichtbreking en -verstrooiing zien de kleuren er in de verte vaak wat blauwer of grijzer uit.
Bij de foto hieronder zie je heel duidelijk verblauwing optreden. Hoe verder je naar achteren kijkt, hoe minder geel er in de groenen zit. De berg in de achtergrond is zelfs helemaal blauw. Als je naar die berg toe wandelt en dichterbijkomt, zal hij steeds meer kleur krijgen.
Maar ook op onderstaande zie je mooie atmosferische diepte. Je ziet steeds minder kleur, hoe verder je naar achteren gaat. In dit voorbeeld zijn het alleen niet perse uitgesproken blauwen.
In feite is vergrijzen een betere term, want eigenlijk komt het erop neer dat de verzadiging van de kleuren richting de achtergrond afneemt. Dan houd je dus grijzen over. Dit hoeft dus zeker niet te betekenen dat een beeld dan saai wordt! Alsnog geeft de onderstaande foto een heel kleurrijk gevoel.
Verschil in detail
In de voorgrond zien we normaal gesproken veel meer detail dan in de achtergrond. Denk maar aan de stam van een boom: van dichtbij zie je de boomschors en je kunt elk blaadje of takje onderscheiden. Bij bomen die verder weg staan zien we de schors niet meer en worden bladeren kleurgroepen.
Verschil in contrast
Over het algemeen zie je in de voorgrond een veel groter verschil in contrast.
Hoe verder je naar achteren kijkt, hoe meer licht en donker naar elkaar toe gaan kruipen. De donkere kleuren worden lichter, de lichtere kleuren worden donkerder. Het verschil tussen licht en donker wordt dus veel kleiner.
In de voorgrond zijn de verschillen tussen licht en donker veel groter. Zo zie je in het gras keiharde donkere schaduwen en juist ook hele lichte delen. Hoe verder we wegkijken, hoe minder donker die schaduwen zijn en hoe minder licht de lichte delen zijn. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de voegen in de bestrating: in de voorgrond zijn de voegen ten opzichte van de stenen veel donkerder.
Zie ook hier: hoe verder naar achteren, hoe kleiner de kleur- en licht/donkercontrasten en hoe meer vergrijzing.
Tips voor het schilderen van atmosferische diepte
Goed kijken
Alles begint natuurlijk met goed kijken. Probeer de kleuren zo goed mogelijk in te schatten. Laat je niet gek maken door het geheel, want veel grijzige kleuren bij elkaar kunnen zorgen voor een heel kleurrijk geheel. Je kunt dan al snel te felle kleuren gaan gebruiken.
Vanuit grijs werken
Je kunt dit soort lastige kleuren heel goed maken door eerst wat stapels grijze verf aan te maken in de juiste toonwaarde. Pomp er dan met hele kleine stapjes wat kleur in.
Liever niet fel genoeg dan te fel
Maak liever in eerste instantie de kleuren juist te onverzadigd dan te verzadigd. Als je een heel schilderij wat te onverzadigd (dus met te weinig felle kleuren) hebt opgebouwd, kun je dat in een mum van tijd interessanter maken door ergens iets meer kleur erin te doen. Andersom is het veel lastiger: een veel te verzadigd schilderij kun je alleen minder verzadigd maken door alles opnieuw te doen.
Hieronder wat voorbeeldfoto’s. Ik heb gewoon wat grijze verf heb aangemaakt en er telkens een heel klein beetje meer kleur in gedaan. Ook heb ik ze in hele kleine stappen iets donkerder gemaakt. Probeer dat ook maar eens uit en zet ze maar eens op een papier, je zult zien dat je meteen een enorme dieptewerking krijgt!
De achtergrond is alleen met deze zeven grijzen opgebouwd. De twee groenen rechtsonderin zijn de kleuren die het meest in de voorgrond liggen. In de voorgrond heb ik hele harde licht/donker contrasten gezet en in de achtergrond niet.
Ander soort beeld. Ook al ziet het er heel kleurrijk uit, toch zijn dit ook weer grijzen met maar een heel klein beetje kleur erin. (behalve dus het groen in de voorgrond)
Reactie plaatsen
Reacties